Op 10 september kwam het nieuws naar buiten dat ggz-organisaties Parnassia Groep en Antes voornemens zijn te gaan fuseren.
Met deze aanstaande ‘mega-fusie’ wordt de trend van fusies binnen de zorgsector doorgezet. Naast dat het voor de organisaties zo beter lukt om in te spelen op de zorgvraag biedt het schaalvoordelen als minder management en ondersteunende diensten zoals inkoop.Waar het hier gaat om een volledige (juridische) fusie, is dit op het gebied van inkoop lang niet altijd nodig om toch tot die schaalvoordelen te komen. Daarnaast is een fusietraject een langdurig proces en zeer kostbaar, waar een inkoopcombinatie met minder investeringen sneller resultaat kan opleveren.
Toenemende druk op zorgmarkt
Vergrijzing, toenemende zorgconsumptie en duurdere zorg hebben tot gevolg dat het aandeel van de zorgkosten zal stijgen van 13 % nu tot 31% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) in 2040. Dat concludeert het Centraal Planbureau in het boek Toekomst voor de Zorg. In 2011 bestaan deze kosten voor ongeveer 30% (16,8 miljard) uit inkoopkosten van zorginstellingen. Op dit gebied liggen dus veel besparingskansen en ondanks dat al veel instellingen een dergelijk traject hebben opgestart, valt er nog veel te winnen. In een sectorstudie medische hulpmiddelen van Ecorys uit 2012 komt naar voren dat er besparingskansen liggen voor zorginstellingen in de vorm van intensievere samenwerking in inkoopcombinaties. Belangrijke voordelen zijn het uitwisselen van marktinformatie (prijzen), het uitwisselen van ervaringen (kwaliteit) en het creëren van meer volume (schaalvoordelen bij inkoop). Meer samenwerking is een goed streven, maar te veel verschillende inkoopsamenwerkingsverbanden drukken de voordelen ervan in de Nederlandse zorgsector.
Kijken bij de buren
In Duitsland is de zorgmarkt op het gebied van inkoopsamenwerking al een stuk verder, ondanks een veel grotere markt zijn naar schatting circa 80% van de instellingen aangesloten bij een inkoopcombinatie die geconsolideerd inkoopt. Hoewel de ziekenhuizen in Duitsland vaak een stuk kleiner zijn (24x zoveel ziekenhuizen op 5x zoveel inwoners), vertegenwoordigen deze inkoopcombinaties soms wel 100 ziekenhuizen. Dit heeft een groot effect op de onderhandelingspositie bij inkoop, wat deels verklaard waardoor het prijsvoordeel ten opzichte van de Nederlandse markt kan oplopen tot 30-40% (Ecorys). Naast de grootte van de inkoopcombinaties valt vooral de professionaliteit op, waarbij er in Duitsland veel minder vrijblijvendheid is met betrekking tot de deelname en zijn de aangesloten ziekenhuizen hiërarchischer georganiseerd (artsen in loondienst). Dit laatste zorgt ervoor dat niet de specialisten (in Nederland vaak georganiseerd in maatschappen), maar er van bovenaf bepaald wordt welke inkopen er gedaan worden.
Data = kennis?
Het klinkt natuurlijk mooi zo’n inkoopcombinatie, maar het vergt een hoop commitment en een eenduidige visie van alle betrokken partijen. Voordat er daadwerkelijk een besparingstraject ingezet kan worden dient er eerst goed in kaart te worden gebracht wat er per zorginstelling aan stuksprijzen wordt betaald. Doordat er vaak met meerdere administratiesystemen wordt gewerkt en iedere afdeling er een eigen administratie beleid op nahoudt is het over de hele breedte van de inkoopgroep lastig om hier goed inzicht in te krijgen. Pas met de beschikking over ondubbelzinnige data kan er op verschillende niveaus duidelijkheid worden verschaft over de onderlinge verschillen tussen prijzen en wat het harmonisatie potentieel is per artikel, leverancier, kostenplaats en afdeling. Het is ook mogelijk om per artikel of leverancier te bekijken wat de ervaring van de specialist is geweest. zolang de data bestaat kan die kwantitatief inzichtelijk gemaakt worden en dus bestuurbaar. Uit data is heel veel kennis te halen, maar zonder beleid en de juiste tools is het slechts een onsamenhangende bak enen en nullen.