In een tussenrapportage (september 2014) over Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) stelt de onderwijsinspectie:

“Het bereiken van (alle) doelgroeppeuters blijkt voor bijna alle gemeenten ingewikkeld. Door de mogelijkheid van een eigen gemeentelijke doelgroepdefinitie en de moeizame wijze van zicht krijgen op aanbod en gerealiseerd bereik, is het voor de inspectie lastig hierover uitspraken te doen.”

Met deze woorden geeft de onderwijsinspectie een landelijk probleem aan. De gemeenten hebben de verantwoordelijkheid gekregen over de te besteden subsidies voor de VVE en iedere gemeente pakt dat op haar eigen wijze aan. Hoe maak je het dan toch mogelijk om te monitoren hoeveel kinderen er deelnemen aan VVE en welke kinderen dat bij welke VVE-aanbieder doen?

01_gemeentes02_subsidie03_aantal_plaatsen04_aantal_kinderen

Bron: Kamerbrief voortgang bestuursafspraken G37 en afsluiten convenant VVE

De Aanleiding
De VVE is geïntroduceerd om te voorkomen dat kinderen al een achterstand hebben voordat zij naar de basisschool gaan. De kinderen worden geselecteerd op basis van verschillende criteria. Hieronder kan vallen een laag opleidingsniveau van de ouders en of dat een van de of beide ouders een andere taal spreken. Om ervoor te zorgen dat deze kinderen extra aandacht krijgen bij de kinderopvangverblijven en de peuterspeelzalen stellen gemeenten hier geld voor ter beschikking zodat een deel van de kosten vergoed worden. Het is natuurlijk niet te verwachten dat de ouders hier helemaal zelf extra voor gaan betalen. Het is de overheid die ervoor wil zorgen dat alle kinderen gelijke kansen hebben wanneer zij beginnen met het reguliere onderwijs.

Bij procedure rondom de VVE toewijzing komen verschillende partijen kijken. De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD bepaalt welke kinderen VVE nodig hebben en praat met de ouders over het volgen van VVE door het kind. Wanneer de ouders hiermee instemmen, moeten deze kinderen daarna geplaatst worden op een kinderopvangverblijf of peuterspeelzaal dat deel neemt aan het programma voor VVE. De gemeente geeft vervolgens per kind subsidie aan deze VVE-aanbieders als deze minstens 3 dagdelen VVE ontvangt.

Het Probleem
Als financier is het voor de gemeente belangrijk dat haar geld correct wordt besteed. Elk kind kan maar bij één VVE-aanbieder worden geplaatst en het moet op elk moment duidelijk zijn welk kind bij welke aanbieder is geplaatst. Daarnaast is er nog het belangrijke onderscheid tussen toewijzing en plaatsing. Een kind aan wie VVE is toegewezen gaat niet altijd direct naar de VVE-aanbieder. In de meeste gevallen is het kind nog te jong of komt hij op een wachtlijst. Het kan dus zo zijn dat een kind op het moment dat deze oud genoeg is voor plaatsing bij een andere VVE-aanbieder terecht komt dan waar hij in eerste instantie was toegewezen. Verder kunnen de ouders een kind wel VVE laten volgen maar niet direct voor voldoende dagdelen om subsidie toegewezen te krijgen. Wanneer dit later tussentijds verandert kan het kind alsnog voor subsidie in aanmerking komen. Omgekeerd kunnen ouders ervoor kiezen voortijdig het kind geen VVE meer te laten volgen of het aantal dagdelen verminderen.

Deze complexe en aan verandering onderhevige situatie vraagt om nauwkeurige monitoring van elk kind om bij te kunnen houden in welke fase hij zich bevindt in het plaatsingsproces, bij welke VVE-aanbieder hij uiteindelijk is geplaatst en wat het aantal dagdelen is dat hij VVE ontvangt. In haar rapportage oordeelt de onderwijsinspectie als volgt over deze monitoring:

“De [deelnemende gemeentes] hebben gezamenlijk voldoende aanbod gecreëerd voor doelgroeppeuters, maar niet alle [deelnemende gemeentes] zijn in staat om een betrouwbaar beeld te geven van het aantal doelgroeppeuters op de voorscholen.”

En verder:

“Daarnaast hebben niet alle [deelnemende gemeentes] hun non-bereik voldoende in beeld. Het is daardoor nog onvoldoende onduidelijk hoeveel peuters die dat nodig hebben daadwerkelijk op de VVE-plekken zitten.”

De oorzaak van het probleem zit vooral in de communicatie van de informatie tussen de betrokken partijen. De JGZ is de eindverantwoordelijke die naar de gemeente rapporteert over de plaatsing en het aantal dagdelen. De VVE-aanbieder weet of een kind VVE ontvangt en voor hoeveel dagdelen. De gemeente wil weten hoeveel kinderen die VVE ontvangen bij een VVE-aanbieder recht hebben op subsidie. De communicatie verloopt via brieven, mailtjes, excel-bestanden of via een accountant. En dan moet ook nog geverifieerd worden of een kind niet per ongeluk tegelijk bij 2 VVE-aanbieders is geplaatst of dat een brief of mail onverhoopt niet aangekomen is.

De Oplossing
Om dit proces overzichtelijk te maken voor zowel gemeente als JGZ is er een centraal systeem nodig. Hier meldt de JGZ de kinderen aan die aan VVE mee doen. Deze kinderen worden aangemeld bij de VVE-aanbieders. De VVE-aanbieders nemen contact op met de ouders van het kind. Zodra ouders overeenstemming hebben bereikt met een VVE-aanbieder geeft zij hiervan melding. Hiermee vallen de andere VVE-aanbieders af. Zodra een kind daadwerkelijk is geplaatst bij de VVE-aanbieder geeft zij hiervan wederom melding. Hetzelfde geldt voor wijzigingen in het aantal gevolgde dagdelen. In het geval dat de plaatsing wordt afgebroken moet het kind zo snel mogelijk opnieuw in het aanmeldingsproces worden geplaatst door de JGZ. Een dergelijk systeem lijkt een zeer bereikbaar maar nog lang niet gerealiseerd ideaal.

Dimensional Insight heeft in samenwerking met de gemeente Haarlem en de JGZ Kennemerland een VVE Toeleidingsmonitor ontwikkeld. Hierbij zijn de VVE-aanbieders vanaf het begin voortdurend nauw betrokken geweest omdat zij de partij zijn die voorziet in de juiste VVE gegevens. Zij lieten hun oude werkwijze los om tot een gemeenschappelijke wijze van handelingen en registreren te komen. Centraal hierin was de behoefte dat alle stappen van het eerder genoemde proces binnen de VVE Toeleidingsmonitor op eenvoudige wijze beheerd kunnen worden. Doordat alle VVE data centraal en op uniforme wijze is opgeslagen kan een helder overzicht van de benodigde gegevens voor de gemeente en de JGZ getoond worden zodat zij over actuele en volledige informatie beschikken over de stand van zaken binnen de VVE.

Geïnteresseerd?